HISTORIEK 1830-1949.

Op 1 maart 1814 wordt Kolonel Prins Ferdinand, Victor, Philipe de Croy gemachtigd tot oprichting van een licht cavalerieregiment. De eenheid krijgt de naam : REGIMENT HUZAREN VAN CROY ook wel genoemd "5 Regiment Huzaren". Het Regiment maakt deel uit van het Belgische Legioen. Dit Regiment neemt op 21 april 1815 zijn plaats in de Nederlandse Koninklijke Landmacht als "Regiment Huzaren Nr.8". 

Kolonel Prins Ferdinand, Victor, Philipe de Croy

 

Op 18 juni 1815 neemt het Regiment, onder bevel van Kolonel Baron Ignace-Louis du Vivier, op roemrijke wijze deel aan de slag om Waterloo.

Tengevolge van de Belgische omwenteling wordt het Regiment op 14 november 1830 ontbonden. Slechts 25 ruiters blijven in Hollandse dienst. Bij dekreet van het Voorlopig Bewind van oktober 1830 wordt het 2 jagers te Paard te Gent gesticht door Kolonel d'Haene de Steenhuyse. Het uniform bestaat uit donkergroene tuniek met witte knopen, scharlaken kraag met versierselen, zilveren schouderstukken en koordbroek met dubbele rode band en de bewapening bestaande uit een sabel, pistool en een karabijn. Het donkergroen en het scharlakenrood werden de regimentskleuren die overgenomen werden van het 27ste Jagers te Paard die in de periode van 1804-1814 in dienst waren van het Franse Keizerrijk. Het wapenschild omvatte toen een gouden Jagershoorn, een zilveren sabel, een hoefijzer en het cijfer 2 op een scharlakenrood en donkergroen veld. Op 4 augustus 1831 rukten de Hollandse troepen België binnen. Het Regiment neemt deel aan de tiendaagse veldtocht en onderscheidt zich op prachtige wijze te Kortessem en te Kermt. 22 December 1831 : Korpscommandant Luitenant-Kolonel O'Sullivan ontvangt uit de handen van Z.M. Koning Leopold I de Standaard in de garnizoenstad Leuven. 

 

1835 : Benoeming tot Ridder in de Leopoldsorde van Kol. Kruszewski

 

Tijdens de mobilisatie van 1870 was het Regiment op kamp in Leopoldsburg. Het vormde samen met 1ste Jagers een cavaleriebrigade van het 1ste Korps. Het Regiment voert bewakingsopdrachten uit in de streek van Givet, Chimay en Beaumont. Na de mobilisatie behoorde het Regiment met verminderde effectieven tot de 2de Ruiterij-Divisie, dit zal zo blijven tot 1913.

 

Kazerne Hollain in Gent : verblijfplaats 2JP tussen 1863 en 1889. 

1889 : geweer Mauser wordt aangeschaft, vuur domineert nu het slagveld.

Vanaf 1905 wordt Jean Moortgat (1870-1943) de dirigent van de fanfare van het Regiment tot de afschaffing van deze fanfare in 1913. Jean Moortgat is de schrijver van de Regimentsmars.

In 1911 werd er een poging ondernomen om een nieuw uniform in te voeren. De hoofdkleur werd grijsblauw, en de bijhorende helm deed volgens de toenmalige kranten “een beetje denken aan die van de koloniale agenten, en Londense politie-agenten”. Het 9é en 12 Linie ontvingen tezamen met het 2é Jagers te Paard een dertigtal van deze uniformen, bij wijze van proef. Een anekdote vertelt dat toen onze soldaten voor het eerst verschenen in hun nieuwe uniformen de Luikse bevolking dacht dat het om Duitsers ging. Het uniform werd niet aangenomen. 

 

In het maandblad "La Vie Militaire" van 5 augustus 1913 staat een opmerkelijk artikel en al even opmerkelijke foto. In juli 1913 viert de Vereniging voor Oud-Militairen 1870-71 te Mons zijn 15é verjaardag. Luitenant-Generaal de Heusch maakt van deze gelegendheid geruik om de leden van deze vereniging te decoren met de Herinneringsmedaille 1870-1871. Niets speciaal maar onder de gedecoreerden bevindt zich een vrouw! Zij is niemand minder dan "la Mére Jacob", de cantiniére van het 2é Jagers te Paard. Zij oefende meer dan 30 jaar haar functie uit en haar vijf zonen vervoegden al even trouw het leger. De cantiniéres of marketentster was de poets- en wasvrouw, de alom tegenwoordige hulp van de eenheid. Zij volgde haar eenheid op de voet, ook tijdens manoeuvres en schietoefeningen. (Bron Forum ABL)

Govers.

Op 31 juli 1914 om 19.00h werd de mobilisatie afgekondigd.

Op 4 augustus verlaat het Regiment zijn garnizoenstad Mons en op 5 augustus is er een eerste contact met de vijand.

Op 20 augustus 1914 onderscheidt het Regiment zich met operaties rond Antwerpen. 

Op 12 oktober 1914 wordt de 2de Ruiterij-Divisie weer opgericht onder leiding van Generaal de Monge, waartoe het Regiment 2de Jagers weer gaat behoren. Er volgt de terugtrekking tot Nieuwpoort.

Op 16 oktober 1914 begint de Ijzerslag.

In de nacht van 25 oktober besloot de Koning tot de overstroming over te gaan, door de sluisdeuren van Nieuwpoort te openen, alsook de verlaten sluis van de Noordvaart.

Op 31 oktober worden de vijandelijke eenheden de pas afgesneden en onder druk van hevige tegenaanvallen verdreven in de overstromingen.

Op 6 maart 1918 : aan de Reigersvliet wordt een grootscheepse vijandige aanval afgeslagen. Het Regiment zet samen met andere eenheden de tegenaanval in. De offensieven in Vlaanderen bieden het Regiment de kans om de achtervolging in te zetten. De roemrijkste bladzijde uit de geschiedenis van het Regiment is geschreven.

11 november 1918 : Wapenstilstand.

Na de bezetting van het Rijnland, neemt het 2 Jagers te Paard definitief garnizoen in Namur. 

3 januari 1924 : Kolonel de Mélotte de Laveaux wordt korpscommandant.

In Oktober 1934 wordt Kolonel Libbrecht korpscommandant van het Regiment.

 

Jasje "Model 1935", groene uitvoering van 1939.

(foto collectie "huis van 40-45" )

In 1937 wordt het Regiment gemotoriseerd, de organisatie is dan als volgt : 1-2-4-5de eskadron op moto Gillet met side-car, 3de en 6de eskadron met Mitrailleurs en kanon 4"7 en het 7de eskadron met gepantserde wagens.

In 1939 werden de eerste radioposten geleverd om de verbindingen te verwezelijken tussen Regiment en eskadrons. De officieren behouden hun paarden tot de mobilisatie, nadien dienen de paarden als reserve voor de artillerie.

Lt SBH Melchior werd in 1939 gedetacheerd bij de Ecole de Guerre Superieure de Paris.

geboren: 03-06-1905
benoeming OLt: 26-12-1926
aanstelling van anciënniteit in de graad (van kolonel): 26-03-1954
benoeming van anciënniteit in de graad (van kolonel): 26-06-1954
70e promotie.

Hij werd later OBBSD (Opperbevelhebber der Belgische Strijdkrachten in Duitsland) van 30-06-1964 tot en met 30-06-1966.
Hier onderstaand op de foto net na het verkrijgen van de Bundesverdienstorden, Grosses Verdienstkreuz mit Stern.

 

Soldaat Marcel Pestiaux. Marcel werd in 2012 gehuldigd door de Heemkundige Kring van Dadizele, foto's vind je hier.

 

In september 1939 wordt het Regiment gemobiliseerd onder bevel van Kolonel SBH Libbrecht. 

Het Regiment bezet op 10 mei een bruggehoofd bij de Ourthe. 

Op 11 mei is er de terugtocht uit Waremme-Hannuit.

Op 12 mei organiseert het Regiment te Hannuit een anti-tankcentrum, er worden tanks T13 en T15 ingezet.

Op 13 en 14 mei biedt het hardnekkig weerstand achter de Gete, en komt in volmaakte orde in de stelling K.W. aan.

Op 15 mei is er een herstructurering van het Cavaleriekorps. Kol. Libbrecht verlaat het Regiment, en wordt Commandant van 2de Cavaleriedivisie. De Brabandere wordt bevelhebber van het Regiment.

Op 16 mei wordt het ontplooid in de streek van Dendermonde. 

Op 19 mei wordt de cavalerie in volledige sterkte ingezet rond Zwijndrecht, en op de lijn Wetteren-Dendermonde.

Op 23 mei wordt het naar Kortemark gestuurd. 

Op 25 mei 1940 stopt het Regiment iedere vijandelijke aanval op de Leie.

Op 27 mei voert het een laatste tegenaanval uit te Frezenberg. De toenmalige Bevelvoerder verbrandde de Standaard, om deze niet ten prooi van de vijand te laten vallen.

Op 28 mei om 04.00h wordt het vuren gestaakt.

Het 2e Jagers te Paard, 2ChCh, wordt op 1 oktober 1948 gevormd te Leopoldsburg. Op 10 december 1948 werd het gestationeerd in Siegen in het Kwartier Dadizele, dit is het voormalig Kwartier van het 2e Jagers te Voet (2ChP) Het wordt er op juli 1949 ontbonden. 2ChCh fungeerde als verkenningsregiment van de 2de Infanteriedivisie, het stond onder bevel van Majoor du Roy du Blicquy. Het kwartier Dadizele is het latere kwartier Normandië.

 

 

Terug naar Boven

Vragen of opmerkingen : info@legerdienst.be